Simpelweg gelukkig zijn in Sapa…

Er is 1 ding waar ik echt niet van hou.

Regen.

Regen in mijn gezicht.
Natte haren.
Je ogen amper kunnen openen door gemiezer en geplens.
Natte billen op een kletsnat fietszadel.
Doorweekt ergens aankomen, nadat je even voordien piekfijn uitgedost klaar stond voor vertrek.

De enige momenten waarop ik zacht gedruppel of een hevig onweer wél bijzonder kan appreciëren, is wanneer ik lekker knus binnen zit.   Lekker warm in de zetel.  Gezelligheid boven alles.  

 

 

En toch.
Uitgerekend op deze druilerige dag – doorweekt thuisgekomen, natte haren hangen als slappe slierten voor m’n ogen – mijmer ik over mijn mooiste herinneringen op reis.  Over onvergetelijke plekjes.  Tripjes die me voorgoed veranderd hebben .  Reizen die me verrijkt hebben.  Momentjes die ik nooit zal vergeten.

En meteen denk ik  aan SaPa.
Hoewel ik zelden zoveel regen zag als daar…
Stappen door rivieren.
Klimmen op modderhellingen.
Natte haren wederom als slierten voor mijn ogen.
Verdwijnen in een poncho van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat.
En toch verdween mijn haat voor regen hier heel even als sneeuw voor de zon…

Dan weet je meteen: SaPa, ‘t is verdorie de moeite.

 

 

 

 

 

 

 

Maar wat maakte een tweedaagse trekking met locals in SaPa nu zo bijzonder?

Om te beginnen is de setting prachtig.  SaPa ligt in het noorden van Vietnam, een stevig eindje rijden vanuit Hanoi richting uitgestrekte rijstvelden…   Zo’n goeie 5u rijden op hobbelige wegen op de laatste rij van een minibusje met een vering om U tegen te zeggen…  Je moet er iets voor over hebben, maar geloof me… de moeite was het méér dan. 
Kom je op het juiste moment, vormen de rijstvelden een prachtig kleurenpalet van 50tinten groen.
Het ene moment badend in een zee van mist, het volgende moment stralend onder een gouden gloed van een snikhete zon . 

Jep.  We hebben ze beiden gezien.
Maar regen of zonneschijn,  je wandelt 2 dagen lang doorheen een schilderij, waarbij  we elkaar af en toe in de arm moesten knijpen om zeker te zijn dat dit écht was. 

 

 

 

 

 

De bevolking dan…  Ver weg van het toerisme – hoewel heel wat toeristen intussen de weg naar SaPa-centrum gevonden hebben…maken dat je daar weg bent dus en verder trekt naar kleine Hmong dorpjes- word je gekatapulteerd naar een leven dat werkelijk niets vergelijkbaars heeft met dat van de gemiddelde Vlaming.

Hier is het back to basics.
Terug naar wat écht belangrijk is….
De huisjes lijken in onze ogen op het eerste gezicht onbewoonbaar, de plaatselijke Hmong stam als figuranten uit een filmopname gestapt.
Maar dit is geen film.
Dit is echt.
Deze mensen zijn echt.
Echt gelukkig.
In hun huis dat zonder toeters en bellen ook een echte thuis is.
In hun rudimentaire keuken waarin ze goddelijk lekker eten tevoorschijn toveren.  Aan hun tafel waar iedereen welkom is – ook wij.

 

We vergeten de drang naar luxe, geven ons over aan de Hmong en leven 2 dagen hún leven.  We wandelen 2 dagen lang – eentje in de zon en eentje in de regen – maar klagen geen moment.
We genieten.
Het is er leuk.
Het is er mooi.
Het is er indrukwekkend sober.

De Hmong weten waar het écht om draait:  Goed eten, goed gezelschap.
En wie mij een beetje kent, weet nu precies waarom ik de regen meteen vergat in SaPa.  Goed eten, goed gezelschap.
That’s all I need.
Weer of geen weer.
Simpelweg gelukkig zijn.
In SaPa.

 

Blijven gaan… Weer of geen weer… Sapa doet wat met een mens. Zelfs met een regenhater als ik.

 

Eén gedachte over “Simpelweg gelukkig zijn in Sapa…”

Wat vind jij van dit artikel?